Momenteel bekijk je deze website in een verouderde browser.

In gesprek met tekst- en melodieschrijvers Jo van Ham en Kees Scheepens

Jo van Ham en Kees Scheepens, twee muzikale Oeteldonkers, leren elkaar kennen in de jaren tachtig bij CV de Piassen. Bij deze club schreven zij voor het eerst samen een nummer. Met dit nummer ‘Gij bent ut voor mij’, kwamen ze tijdens het 38ste Kwèkfestijn in 1996 in de finale terecht.

De meeste Oeteldonkers kennen Jo en Kees als zangers van No Nonsens maar ook als tekst- en melodieschrijvers. Wie kent de nummers ‘Traone in mun ôôge’, ‘Hij leeft nog’ of ‘Dit zou ik niet willen missen’ niet?

Jo vertelt: 'Kees en ik waren vrijwilliger bij het Technisch Ministerie Oeteldonksche Club (TMOC). In 2002 schreven we met alle vrijwilligers van TMOC het nummer ‘Traone in mun ôôge’. Iedereen leverde een of twee zinnen aan en Kees en ik monteerden deze regels tot één lied. Je mocht in die tijd twee nummers schrijven voor het Kwèkfestijn. Het nummer van No Nonsens werd als een derde nummer gezien dat we geschreven hadden.'

Kees gaat verder. 'Het jaar daarop, 2003, was een heel mooi jaar. We wonnen met het nummer ‘Dit zou ik niet willen missen’. Een titel voor een lied dat heel erg van toepassing was op veel verschillende momenten. Het moment dat we wonnen, het feest tijdens 11x11+11 en op nog heel veel andere bijzondere momenten tijdens het jubileumjaar. Van al deze momenten konden we deze keer volop genieten.'

Inspiratie krijgen we van de Bosschenaren

En ze gaan door

No Nonsens was de club van TMOC. Maar optreden met zo’n grote groep Oeteldonkers, dat was niet te doen. Naast Jo en Kees was ook Mari Blatter een van de zangers van deze club. Met z’n drieën gingen ze verder. Als No Nonsens op het podium stond, werden ze vaak begeleid door carnavalsvereniging Tussenneusenlippe.

Jo en Kees schreven voor meerdere clubs nummers. Bijvoorbeeld voor CV de Jeppers, Lopes te Voet en de Gieters. Vandaag de dag zijn ze nog steeds actief voor Gezelligheidsvereniging de Stappers en de CV de Mafkikkers. '11 jaar schrijven we nu voor de Stappers', zegt Jo, 'en van die 11 jaar eindigden we negen keer bij de laatste vijftien en twee keer in de finale. Voor de Mafkikkers schrijven we nu voor de vijfde keer een tekst. Behalve vorig jaar, toen hebben we niet meegedaan. Alle keren zijn we met de Mafkikkers in de finale terecht gekomen.'

Inspiratie

'Het zijn de Bosschenaren die ons inspiratie geven', zegt Kees. 'We horen uitspraken die we leuk vinden en die schrijven we op. Op een gegeven moment komen we bij elkaar, wisselen we uit wat we op papier hebben staan en meestal komt daar wel een nummer uit. We zoeken een melodie die we samen goed vinden en we maken een zin, zeg maar steekzin in plaats van steekwoord, waar we een lied mee beginnen of eindigen. Het belangrijkste is dat je een onderwerp hebt.'

'We gebruiken geen synthesizer of andere instrumenten voor de melodie vult Jo aan. Ik sla af op tafel met mijn hand en dan nemen we het nummer op. We zingen samen zonder muziek, zonder synthesizer, lekker ouderwets.'

Gouden formule

Hoe is het succes van Jo en Kees te verklaren. Kees legt uit: 'We proberen de liedjes zo te schrijven dat de mensen zich er in kunnen herkennen. Het gaat om gebeurtenissen uit het leven of hoe je carnaval viert. Het gaat er om dat het Oeteldonks gevoel in het nummer zit. Bijvoorbeeld: al meer dan 120 jaar staan er mensen te janken op de mert als Knillis wordt begraven. Wij schrijven hier een nummer over: Traone in mun ôôge.'

‘Sommige mensen denken dat als wij een tekst en melodie maken dat je dan automatisch in de finale komt. Maar zo werkt het niet geeft Jo aan. Het is belangrijk dat een lied goed gezongen wordt, dat het arrangement klopt en vooral dat het nummer goed gebracht wordt. De tekst kan nog zo goed zijn, als de performance dit niet is, red je het niet.

Gevoel

Jo zegt: 'We gaan regelmatig naar de repetities maar vooral als je je nummer hoort tijdens de generale repetitie dan voel je het echt wel komen. Ja, dan begint het te borrelen.' Kees gaat verder: 'Tijdens het Kwèkfestijn stonden we altijd op het balkon. Toen we ons nummer ‘Dit is mun plekske’ van de Mafkikkers (2017) hoorden, dan komt het gevoel van ons eerste liedje weer terug en dan… Krijgen we traone in onze ôôge…'