Momenteel bekijk je deze website in een verouderde browser.

Kwekfestijnpresentator Luud Gieles

‘Voor mij is het een feestdag'

Hij presenteerde het Kwèkfestijn al 24 keer. Was die dit jaar doorgegaan, dan was dat voor de tweede keer in een tent geweest.. Maar dat verandert niets volgens presentator Luud Gieles (69): ‘Het is net zo gezellig als in de Pleinzaal. In de tent passen zelfs meer mensen. Alsnog was het vol.’

Sinds kort weten we dat de Kwèk helaas niet doorgaat, maar hij had er extra veel zin in: ‘Natuurlijk! We mogen weer.’ Dat het feestje niet meer in de Pleinzaal is, doet niets af aan de vreugde. ‘In 2016 was het Kwekfestijn ook in een tent op de Parade, omdat er asbest gevonden was in het Theater. De sfeer was goed toen. Het enige wat misschien anders was, was dat clubs geen muziek konden maken als ze aankwamen op de Parade. Dat dringt toch wel door in die tent. Maar daar heeft iedereen zich heel netjes aan gehouden.’

Discipline

De clubs zijn gedisciplineerd, vertelt Gieles. ‘Dat merk je als ze dus even stil moeten zijn op de parade, maar eigenlijk ieder jaar weer. Ze staan op tijd klaar naast het podium, weten dat ze maar vijf minuten hebben. Zodra ik een club heb aangekondigd gaat er bij de juryvoorzitter een stopwatch aan en heeft de club drieënhalve minuut om het nummer te spelen.’

'Echt werken is het natuurlijk niet'

Die discipline is ook terug te vinden bij de presentator zelf. Zo drinkt hij zijn eerste biertje pas tegen half 12 ’s avonds. ‘Als mijn ‘werk’ erop zit, echt werken is het natuurlijk niet.’ Geen biertje om wat losser te worden dus: ‘Dat is niet nodig, ik heb geen last van zenuwen. En ik moet bij de les blijven. Ik heb er vooral heel veel plezier in. Ik mag vooraan staan. Hoor de clubs, zie ze, voel ze.’ Mensen vragen hem vaak of het niet vermoeiend is, daar de hele dag te staan. Maar Gieles reageert dan vooral verbaasd: ‘Welnee! Het loopt als een zonnetje. Het is een hele lange, maar vooral hele leuke dag. Voor mij een feestdag met een hoofdletter!’

Op zijn best

Die feestdag begint rustig, met een kopje koffie. ‘Samen met de jury en de commissie Kwekfestijn. De Kwèk begint daarna echt, met de loting van de elf jokers.’ Om de zaal zo vroeg, vaak rond 9 uur, al een beetje gevuld te hebben, zijn de jokers in het leven geroepen. ‘Geniaal’, volgens Gieles.

Bij de grote loting een paar weken voor de Kwek trekken elf clubs een joker, zij zijn de eerste elf optredens. Op de dag zelf worden deze ingedeeld van eerste tot elfde. ‘Als je dan als club een joker hebt gehad mag je ervoor kiezen dat je het volgende jaar niet meedingt voor de jokers. Een club wilde dat een keer en trok vervolgens nummertje twaalf. Wat een consternatie. Dan ben ik op mijn best, kan ik lachen.’

'Het gaat niet om mij'

Een lach en een traan

Naast een hoop lachen, heeft Gieles ook wel een keer een traantje gelaten op het podium. ‘Toen ik voor de 22e keer presenteerde had ik er niet eens echt bij stilgestaan. Natuurlijk, je denkt eraan, maar het gaat niet om mij. En toen kwam de eerste club met een bloemetje, de volgende weer. En zo ging het door. Aan het eind van de dag stond heel het podium vol met bloemen. En één cactus. Die heeft nog heel lang hier op m’n balkon gestaan.’

In een pauze wordt Gieles gevraagd even mee naar beneden te lopen om een stoel te pakken. ‘Natuurlijk, ik help wel even mee. Kom ik terug op hets podium, staat iedereen in de zaal met vlaggetjes met mijn hoofd erop te zwaaien. Peer op het podium, mijn familie erbij. Tranen met tuiten heb ik staan janken. Ik kan daar niet tegen joh, het is allang goed. Dat was echt geweldig.’

Intussen is het alweer de 25e keer. Hoe vaak hij het nog zal doen? ‘Zo lang mogelijk, al zit overal een houdbaarheidsdatum op. Ook op mij. Afgelopen april heb ik nog op de intensive care gelegen, ben ik drie dagen in coma gehouden. Mijn partner Jeanne moest komen omdat het niet goed ging. Het kan zo gedaan zijn. Zo lang het lijf en de geest het toelaten, zal ik het blijven doen.’