Wendy Wiegers

Vrijwilliger op een voetstuk
De Oeteldonksche Club van 1882 bestaat dankzij de kracht van samen. Ruim 1111 vrijwilligers zetten zich in om jou de mooiste carnaval te brengen. Hoogste tijd om een aantal van hen op een voetstuk te plaatsen. De vrijwilligers zijn afkomstig uit verschillende ministeries. Lees hun verhaal over wat ze doen en hoe ze ertoe zijn gekomen. Laat het een inspiratie zijn om jezelf ook aan te melden als vrijwilliger!
Lees hier het verhaal van Wendy Wiegers (53), sinds 2017 vrijwilliger bij Ministerie van Jeugdzaken.
Traditie laten aansluiten
Ik wil de traditie in ere houden, maar wel laten aansluiten op de wereld van nu. Het scholenproject wil ik daarom uitbreiden tot educatief platform, ook al blijft het accent bij het primair onderwijs.
Ik heb een trots gevoel als dingen lopen zoals ze moeten lopen. Een mooi feestje voor de ander maken, daar gaat het om. En na afloop samen proosten, zo van ‘Hé, dat hebben wij mooi geregeld. Als wij niets hadden gedaan, hadden deze mensen hier niet gestaan’.
Ik vind carnaval cultureel erfgoed. Ik zie het als mijn missie om dat door te geven aan de kinderen.
Hoe het begon...
Eigenlijk is het vrijwilligerswerk dat ik nu doe vanzelf op mijn pad gekomen. Weet je, dingen lopen zoals ze lopen en zijn allemaal met elkaar verbonden.
Het startte toen een vriendin vroeg om aan te haken bij het Oliebollenfantengeloop. Dat heb ik 8-9 jaar gedaan. Ik werkte bij de Beekmanschool, een echte binnenstad-basisschool. Daar spelen we op vrijdag voor de carnaval het protocol na. De prins en prinses van d’n Dolle Oetelbeek, zoals de school heet met carnaval, halen we dan op van het station. Kinderen van groep 8 spelen die rol, net als die van Het Gevolg. De hele school, dat zijn zo’n 300 kinderen, doen mee. Moet je voorstellen dat we met al de kinderen en evenzoveel ouders naar het station gaan!
Natuurlijk hoort er ook muziek bij zijn. Dat deden we met 5 leerkrachten; we noemden onszelf de Nutsklutsers, een verwijzing naar de Nutsschool die het vroeger was. Die muziekgroep is ondertussen uitgegroeid tot 30! Weet je, ik kende Oeteldonk op dat moment vooral vanuit muziek. Ik speel trompet bij Piep & de Blaoslust. Dat is echt mijn club. Ook speel ik bariton bij de Pintvatters. Muziek is echt mijn ding. Zo zit ik ook bij de Fèmmelie Mjoezikul in het orkest.
Het scholenproject
Toen Listy aangaf te stoppen als voorzitter van het scholenproject, werd ik ervoor gevraagd. Met de mededeling dat nee zeggen geen optie was. Maar ik zie mezelf niet als voorzitter. Ik voel me veel meer uitvoerder en zoek de samenwerking en verbinding.
Het accent ligt bij het primair onderwijs, maar ik zie het scholenproject breder; meer in de vorm van een educatief platform. Het is meer dan het downloaden van lesmateriaal van de website van de OC. We richten ons namelijk ook op kinderdagverblijven en hebben plannen voor het middelbaar onderwijs. Op de PABO, waar ik nu les geef, ben ik aan het kijken hoe we de studenten kunnen betrekken.
Ik kijk vanuit de kinderen. Zo kwamen we ook op de poppenkast. Hoe leuk is het niet om carnaval al aan de allerjongsten mee te geven door de magie van de poppen? De iets oudere kinderen maken kennis met de optocht en de geschiedenis van Oeteldonk tijdens rondleidingen in de Bouwhal en het Gemintemuzejum. En neem nou de schoolambassadeurs; dat zijn mensen met een groot hart voor het protocol. Ze bezoeken basisscholen en vertellen het verhaal van Oeteldonk. Maar wat is nou een ambassadeur? Het Oeteldonks Promotie Team spreekt meer tot de verbeelding, toch? Als het aan mij ligt, komen al die activiteiten te vallen onder HOEP, Het Oeteldonks Educatief Platform.
Luister naar Wendy
Wat het me brengt?
Het voortzetten van de traditie geeft me een trots gevoel. Het feestje voor de ander maken, en zorgen dat de ander plezier heeft, dat drijft mij en maakt dat ik vrijwilliger ben.
De tijd die het me kost? In het voorjaar was ik er 3 avonden per week mee bezig omdat ik net begon bij het scholenproject. Het was een baan naast een baan. Het gaat vast en zeker minder worden. Je doet het omdat je het leuk vindt.
Het allerleukste van mijn werk als vrijwilliger is dat je, als het werk erop zit, het samen gaat vieren. Zo van ‘Hé, dat hebben wij samen gedaan. We gaan proosten dat we iets moois hebben neergezet’. Ik zou niet weten hoe ik anders carnaval moet vieren. Als ik ‘los’ moet lopen en geen muziek maak of activiteiten organiseer, weet ik nie hoe dat moet, haha.